- Zondag 6 november begint de 27e wereldwijde klimaattop, die dit jaar in Egypte gehouden wordt.
- Egypte lijkt zich te presenteren als belangenbehartiger van ontwikkelingslanden, die vinden dat westerse landen te weinig geld in klimaatfondsen voor armere landen stoppen.
- Bedrijven maken op de klimaattop COP27 schone sier met verduurzamingsplannen, maar in de praktijk gebeurt er nog te weinig om aan de Klimaatdoelen van Parijs te voldoen.
- LEES OOK: Dit doet de oorlog in Oekraïne met de energietransitie in Europa
Op zondag 6 november gaat in de Egyptische stad Sharm el-Sheikh de 27e klimaattop van de Verenigde Naties (VN) van start. Daar zullen 198 landen tot en met 18 november bespreken hoe ze de klimaatcrisis kunnen beteugelen.
Ook voor het bedrijfsleven staat er veel op het spel. Business Insider behandelt 5 vragen over het belang van COP27.
1) Waar draait de klimaattop COP27 in Egypte om?
In Egypte zullen de deelnemende landen zich tijdens de 27e internationale klimaattop (COP27) storten op de afspraken die zij in 2015 hebben gemaakt tijdens de legendarisch geworden 21e klimaattop. Tijdens deze top in Parijs kwamen de aanwezige landen tot een klimaatakkoord. Zij legden hierin vast dat de temperatuur op aarde gemiddeld met niet met meer dan 2 graden ten opzichte van het pre-industriële tijdperk mag stijgen.
Het streven is nog ambitieuzer: een maximale temperatuurstijging van 1,5 graad. In het akkoord, dat een jaar later werd geratificeerd, legden zij verder vast dat landen het gebruik van fossiele brandstoffen snel terug moeten dringen.
Het zogeheten Akkoord van Parijs mag dan een bindend karakter hebben, maar landen die zich er niet aan houden krijgen geen sancties opgelegd. Mede hierdoor ligt de wereld nog lang niet op koers om de doelen van Parijs te behalen.
Dat bleek afgelopen maand nog maar eens uit het laatste Emissions Gap-rapport van VN-klimaatorganisatie UNEP. De wereld stevent af op een gemiddelde temperatuurstijging van 2,5 graden, meldde het VN-orgaan. Wel is dat een minder sterk stijging vergeleken met de inschatting een jaar eerder.
UNEP meldde in 2021 dat de wereld af zou stevenen op een temperatuurstijging van 2,7 graden. Op voorgaande klimaattoppen in Glasgow (2021), Madrid (2019) en Katowice (2018) wisten beleidsmakers het tij dus niet te keren.
2) Wat staat er op het spel?
Op dit moment is de temperatuur op aarde al met meer dan 1 graad gestegen sinds de industriële revolutie. Als de wereld een temperatuurstijging van meer dan 2 graden meemaakt, dreigt een wereldwijde klimaatramp. Zo houden wetenschappers rekening met langdurige hittegolven, een sterke stijging van de zeespiegel, drinkwatertekorten en voedselschaarste door mislukte oogsten. De biodiversiteit dreigt sterk te worden ingeperkt.
Nog een schrikbarende waarschuwing van klimaatwetenschappers: klimaatverandering zou na een bepaald punt - waarschijnlijk voorbij de 2 graden opwarming - onomkeerbaar zijn. Al openen we in dit scenario dus miljoenen fabrieken die CO2 uit de lucht filteren, de opwarming blijft een definitief feit.
Zelfs bij een temperatuurstijging van 2 graden dreigt de wereld bijna al haar koraal te verliezen. Ook verliezen mogelijk miljoenen mensen hun huis, vanwege een verwachtte zeespiegelstijging. Een temperatuurstijging van 1,5 graad wordt daarom gezien als veiliger, al lijkt de wereld dan ook niet gespaard te blijven van klimaatrampen.
3) Wat wordt er precies besproken op de klimaattop in Egypte?
De verschillende landen zullen op de top allereerst analyseren waar iedereen staat. Hoe verhouden de beloftes zich tot het daadwerkelijke beleid? Veel landen maken mooie sier met klimaatbeloftes, maar blijken nog altijd veel geld te steken in fossiele projecten. Dit zal sterk teruggedrongen moeten worden, om de klimaatdoelen te halen.
Het Europees Parlement stemde in 2020 voor de Green Deal, met als ambitie om de Europese Unie in 2050 klimaatneutraal te laten opereren. Het Verenigd Koninkrijk stemde in 2019 ook in met een vergelijkbare wet. Europa wordt dan ook buitengewoon hard getroffen door klimaatverandering. De temperaturen op ons continent stegen de afgelopen dertig jaar twee keer zo snel als het wereldwijd gemiddelde, meldde de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) deze week.
Landen met opkomende economieën zijn tot dusver minder ambitieus in hun doelen. Zo wil China pas in 2060 klimaatneutraal zijn en India nog eens 10 jaar later. Westerse landen proberen opkomende economieën er op klimaatconferenties vaak toe te bewegen een ambitieuzer klimaatbeleid te voeren.
De opkomende landen wijzen erop dat westerse landen meer schuld hebben aan de opwarming van de aarde, vanwege de industriële revolutie die in deze landen plaatsvond. Doordat de landen die momenteel een ontwikkeling doormaken gevraagd wordt om bijvoorbeeld niet meer naar nieuwe oliebronnen te boren, zouden zij geremd worden in hun groei.
In dat kader is de gastrol die Egypte dit jaar heeft interessant. Het - klimaattechnisch weinig ambitieuze - land lijkt als een onderhandelaar namens de opkomende economieën te willen fungeren.
De laatstgenoemde groep - landen in bijvoorbeeld Azië, Afrika en Zuid-Amerika - wijst het westen op niet nagekomen beloftes. Zo zou er vanaf 2020 jaarlijks 100 miljard dollar gestopt worden in een klimaatfonds voor ontwikkelingslanden. Er zit alleen nog niet voldoende kapitaal in het fonds. Volgens Oxfam Novib zou het gros van het verstrekte geld in leningen worden uitgekeerd, waardoor armere landen schulden opbouwen bij rijkere landen.
Daarnaast vragen opkomende landen de rijkere landen om te betalen voor de klimaatschade die nu al in hun landen plaatsvindt. De meeste rijkere landen lijken daar tot dusver weinig voor te voelen.
De wereldwijde klimaatopgave lijkt hierdoor te worden overschaduwd door een twist tussen rijkere en minder rijke landen.
Toch is er ook een lichtpuntje: VN-klimaatconferenties zijn voor minder ambitieuze landen soms een aanleiding om hun beleid aan te scherpen. Zo maakte het tot dusver weinig ambitieuze Australië vijf dagen voor de start van de klimaattop in Glasgow van 2021 bekend in 2050 klimaatneutraal te willen zijn.
4) Wat betekent de klimaattop voor bedrijven?
VN-klimaattoppen zoals die in Egypte bieden het bedrijfsleven de mogelijkheid om zich als zogeheten 'partner' aan te sluiten.
Multinationals zoals Microsoft, Vodafone en IBM kunnen het evenement gebruiken om een groen imago te etaleren. Zo wees Vodafone in een online persbericht op de eigen klimaatdoelen. "Zakelijk succes zou geen kostenpost voor het milieu mogen zijn", voegde het telecombedrijf eraan toe.
Op deze partnerships is vanuit milieu-organisaties geregeld kritiek. Zo waren klimaatactivisten woest toen Egypte afgelopen maand besloot Coca-Cola als partner toe te laten. Zij wezen erop dat het bedrijf zelf een grote plasticvervuiler is.
Het pr-bedrijf dat Egypte helpt bij zijn communicatie rondom het evenement, het Amerikaanse Hill+Knowlton, kreeg ook kritiek. The Washington Post wees er vrijdag op dat Hill+Knowlton eerder de pr deed voor oliebedrijven ExxonMobil, Chevron en Shell en voor oliestaat Saudi-Arabië. Niet partijen waarvan je verwacht dat ze het voortouw nemen bij het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen.
Kunnen bedrijven zo'n klimaattop nog als een pr-feestje zien, de consequenties van deze toppen - strengere milieuregelgeving - zullen zij zelf moeten dragen. Zo kwam de Europese Unie afgelopen jaar met de zogeheten Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR), gericht op de financiële sector.
Deze Europese richtlijn verplicht professionele beleleggers zoals vermogensbeheerders en pensioenfondsen om inzicht te geven in de mate waarin ze duurzaam beleggen.
Minder dan 5 procent van de beleggingsfondsen die in de Europese Unie worden aangeboden, bleek eind september een "duurzame doelstelling" te hebben, meldde beleggingssite Morningstar onlangs op basis van fondscijfers van het derde kwartaal van 2022.
Ook worden bedrijven wereldwijd in rechtszaken gedwongen om te voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs. Zo verloor Shell afgelopen jaar in Nederland een rechtszaak. De rechter bepaalde dat het energieconcern een plicht heeft om de doelstelling voor de reductie van zijn CO2-uitstoot in 2030 aan te scherpen.
Volgens het Grantham Institute van de London School of Economics zijn er wereld al meer dan 2.100 van dit soort rechtszaken geweest tegen bedrijven, organisaties en landen - die overigens lang niet allemaal gewonnen werden.
5) Wat beloven bedrijven zelf?
Niet alleen landen, ook bedrijven gebruiken de wereldwijde klimaattoppen geregeld om groene beloften te doen. Opvallend tijdens de klimaattop van 2021 was bijvoorbeeld de coalitie Glasgow Financial Alliance for Net-Zero (GFANZ) onder leiding van de Canadese econoom en bankier Mark Carney.
Ruim 450 bedrijven uit 45 landen spraken toen de ambitie uit om hun CO2-uitstoot naar nul te reduceren. Onder hen bevinden zich banken, vermogensbeheerders en verzekeraars en hun gezamenlijke balanstotaal bedroeg in 2021 liefst 130.000 mljard dollar.
Persbureau Bloomberg meldde afgelopen maand echter dat grote Amerikaanse zakenbanken zoals Morgan Stanley en JPMorgan inmiddels dreigen om uit Carneys coalitie te stappen. Zij zouden zich zorgen maken over eventuele klimaatrechtszaken.
Ook buiten de klimaattoppen om profileren bedrijven zich met groene beloftes. Zo wil techreus Amazon in 2040 klimaatneutraal zijn en beloven Microsoft en meubelgigant IKEA in 2030 zelfs een positieve invloed op het klimaat te hebben. Ook verscheidene Nederlandse startups proberen, zoals dat heet, klimaatpositief te worden.
Beloven is één ding, duurzaamheidsdoelen halen is iets heel anders. Afgelopen februari presenteerde De Duitse onderzoeksorganisatie The Climate Institute een studie naar de duurzaamheidsprestaties van 25 grote multinationals, waaronder Apple, Amazon, Google, IKEA en Unilever. Geen van deze bedrijven bleek op weg te zijn naar volledige klimaatneutraliteit. Slechts drie bedrijven - Maersk, Vodafone en Deutsche Telekom - zouden op weg zijn om 90 procent van de uitstoot in hun productie- en toeleveringsketens te verminderen.